Menu
1.8 Boomvormen
Hoogstammen met doorgaande harttak
-
De stam moet een goede dikte-/lengteverhouding hebben en stevig genoeg zijn om de kroon zelfstandig te dragen.
-
De boom moet een doorgaande rechte, voldoende vertakte en goed ontwikkelde harttak bezitten. De gesteltakken moeten regelmatig verdeeld zijn over de kroon.
-
Er moet een goede verhouding bestaan tussen de dikte van de stam en de grootte van de kroon.
-
In de kroon moet de natuurlijke groei en het karakter van de soort of cultivar of de gewenste vorm tot uitdrukking komen.
-
De dikte-/lengteverhouding van de boom mag maximaal 1 :30 bedragen (stamomtrek: hoogte). De hoogte wordt gemeten vanaf de grond tot de helft van de harttak.
-
Bomen die een maat hebben bereikt van 18/20 cm of groter moeten een bekweekte kroon hebben met een gedeelte meerjarig hout.
1.9 Boomvormen zonder doorgaande harttak
Leibomen vanaf 14/16
-
De vertakking moet beginnen op tenminste 220 cm vanaf de grond.
-
De takken moeten in een verticaal vlak staan en de onderste gesteltakken moeten tenminste 100 cm lang zijn.
-
De linker- en rechtertak van de eerste etage mogen niet meer dan 15 cm in afstand verschillen en moeten ongeveer even dik zijn.
-
De etages moeten 40 tot 50 cm van elkaar verwijderd zijn.
-
De takken moeten allemaal horizontaal geleid zijn ten opzichte van de stam.
-
De inplanthoek van de gesteltakken tot de stam moet tussen de 80 en 90 graden bedragen.
-
Leibomen moeten minimaal 3 tot 4 etages hebben. Lei- en dakvormen dienen minimaal 1 volledig groeiseizoen geleid gekweekt te zijn. Als dit niet zo is, dient dit uitdrukkelijk als ‘versgeleid’ gemeld te worden.
Bolvormen
-
Bolvormen mogen niet meer dan 1 ent op dezelfde hoogte bezitten.
-
Twee oculaties zijn wel toegestaan mits deze tegenover elkaar en op ongeveer dezelfde hoogte staan.
-
De stam van deze bolvormen moet minstens een hoogte hebben van 220 cm.
-
De takken dienen rondom regelmatig verdeeld en ongeveer even lang te zijn.
Treurvormen
-
Treurvormen mogen niet meer dan 1 ent op dezelfde hoogte bezitten.
-
Twee oculaties zijn wel toegestaan mits deze tegenover elkaar en op ongeveer dezelfde hoogte staan.
-
De takken dienen rondom regelmatig verdeeld en ongeveer even lang te zijn.
-
De stam van deze treurvormen moet een hoogte hebben van 220 cm.
Solitair en Zuilvormen
-
Zuilvormen moeten een rechte stam hebben, rondom over de gehele stam regelmatig bezet met takken.
-
De stamhoogte mag maximaal 50 cm bedragen.
Vorige pagina Volgende pagina
|